Wijzigingen Pensioenreglement
In dit artikel vind je alles over het gewijzigde pensioenreglement. Zo is het traploos ruilen tussen partnerpensioen en ouderdomspensioen afgeschaft en bijspaarproducten zijn samengevoegd. Ook is er een uitbreiding van het risicopakket voor sommige deelnemers mogelijk. Lees er meer over.
Afschaffen traploos ruilen
In het kader van de vereenvoudiging van de pensioenregeling hebben sociale partners ingestemd met het afschaffen van het zogenaamde traploos ruilen van partnerpensioen (of te wel Nabestaandenpensioen) naar ouderdomspensioen en omgekeerd.
Traploos ruilen wil zeggen dat de deelnemer iedere gewenste hoogte (bedrag) van uitruil van PP naar OP of omgekeerd kon kiezen. Vanaf 2020 heeft een deelnemer alleen nog maar de mogelijkheid om volledig / maximaal te ruilen of niet te ruilen.
Al het vanaf 1 juli 1999 opgebouwde partnerpensioen kan alleen nog maar volledig geruild worden naar ouderdomspensioen. Degene die minder partnerpensioen wil ruilen naar ouderdomspensioen, kan dat dus vanaf 2020 niet meer. En het ouderdomspensioen kan alleen nog maar worden geruild naar een volledig partnerpensioen van 70% van het ouderdomspensioen. Uitruil van ouderdomspensioen naar een lager bedrag aan partnerpensioen dan het maximum van 70% is vanaf 2020 niet meer mogelijk.
Samenvoegen bijspaarproducten
Sociale partners hebben ingestemd met het synchroniseren van de aanvullende pensioenproducten op de voorgestelde percentages (25%, 50%, 75% en 100%). Er is vanaf 1 januari 2020 één nieuw Defined benefit -bijspaarproduct (Ouderdoms- en nabestaanden-pensioen) waarin alle spaarvarianten die nu in hoofdstuk 14.3 van het pensioenreglement staan, gebundeld worden. Het ABP ExtraPensioen en nettopensioen blijven in de huidige vorm bestaan.
Het product ziet er als volgt uit.
- Deelneming is mogelijk:
– na ontslag:
– bij indiensttreding na AOW-leeftijd;
– vanaf het tweede levensloopverlofjaar;
-tijdens arbeidsongeschiktheidspensioen of tijdens ontslag- of werkloosheidsuitkering; - Keuzemogelijkheid om voor 25%, 50%, 75% of 100% bij te sparen, waarbij eenmaal per kalenderjaar voor een ander percentage kan worden gekozen;
- Mogelijkheid om verzoek tot deelname in te dienen tot 9 maanden na ontslag dan wel in diensttreding bij een ABP-werkgever, dan wel 9 maanden na aanvang van het tweede levensloopverlofjaar, arbeidsongeschiktheidspensioen of ontslag-/werkloosheidsuitkering.
- De deelname start aansluitend op het ontslag of het eerste levensloopverlofjaar dan wel op de ingangsdatum van het arbeidsongeschiktheidspensioen of de ontslag-/werkloosheidsuitkering;
- Geen beperking van de duur van de deelname, met uitzondering van de fiscale grenzen. Voor degene die wordt aangemerkt als ondernemer voor de inkomstenbelasting (o.a. ZZP’er) blijft de termijn van maximaal 5 jaar gehandhaafd in het reglement.
- Vanaf het tweede levensloopverlofjaar is degene die kiest voor een vrijwillige regeling premie Ouderdoms- en nabestaanden-pensioen (OP/NP) verschuldigd, naast de verplichte premie voor ABP Arbeidongeschiktheidspensioen (AAOP) en zg. VPL-premie. In de overige situaties is eveneens premie OP/NP verschuldigd, maar geen premie voor AAOP en VPL.
Communiceren in 3 scenario’s op het jaarlijks Uniform Pensioenoverzicht
Vanaf 2020 moet ABP het (te bereiken) ouderdomspensioen in het jaarlijks Uniform Pensioenoverzicht (UPO) voor de deelnemer en het opgebouwd ouderdomspensioen in het “UPO voor de gewezen deelnemer” in drie scenario’s opnemen.
De scenario’s worden weergegeven in de vorm van de zogeheten navigatiemetafoor en berekend met de uniforme berekeningsmethodiek (URM). Dit is een verplichting vanuit de Wet Pensioencommunicatie en de Europese IORP II-richtlijn.
Dus naast het te verwachten ouderdomspensioen op AOW-leeftijd wordt ook het ouderdomspensioen als het meezit (optimistisch scenario met een inschatting dat er in de toekomst meevallers zijn) of tegenzit (pessimistisch scenario met een inschatting als er in de toekomst tegenvallers zijn) weergegeven. Dit hangt onder andere af van indexatie, verlagen, inflatie en economische ontwikkeling.
Nettopensioen: uitbreiding risicopakket met opbouwpakket
ABP deelnemers met een pensioengevend inkomen van meer dan € 110.111,= (niveau 2020) kunnen voor het inkomen dat deze € 110.111,= overschrijdt, naar eigen keuze deelnemen aan ABP nettopensioen. De nettopensioendeelnemer kan ervoor kiezen om zijn huidige risicopakket (= dekking overlijdensrisico) om te zetten naar het totaalpakket (risicopakket uitgebreid met opbouwpakket). Voor deze omzetting is een medisch onderzoek nodig. Als gevolg van dit onderzoek zou de premie voor het risicopakket kunnen stijgen, terwijl in het risicopakket geen wijziging optreedt. De huidige bepaling in het ABP Pensioenreglement leidt onbedoeld ertoe dat – als uit een medisch onderzoek een verslechterde gezondheid blijkt – de deelnemer een opslag moet betalen voor het risicopakket dat hij al heeft. Om die reden wordt het pensioenreglement aangepast. De premie voor het risicopakket wijzigt niet. Er is geen opslag op risicopremie omdat het risicopakket niet wijzigt. Voor de uitbreiding (deelnemen voor een hoger ouderdomspensioen en daarmee hoger nabestaandenpensioen, maar niet verzekerd zijn voor het arbeidsongeschiktheidsrisico) betaalt de deelnemer uiteraard wel extra premie.