Vervroegd uittreden politie
Onze werkgever vindt net als wij dat er een passende regeling moet komen voor politiemensen met mogelijkheden om vervroegd uit te treden.
Vanaf half september vinden vervolggesprekken plaats over hoe de regeling er gaat uitzien en onder welke voorwaarden er gebruik van kan worden gemaakt. Tegelijkertijd hebben werkgever en bonden vastgesteld dat extra afspraken nodig zijn over tijdige vervanging van collega’s die uitstromen. De werkgever en de politiebonden hebben in het verkennende gesprek stilgestaan bij de afspraken in het pensioenakkoord. En bij de vraag wat er op andere terreinen moet worden geregeld bij de totstandkoming van een passende regeling voor politiemensen om eerder te
kunnen stoppen met werken. Zo verwachten de bonden dat de werving, selectie en opleiding van nieuwe collega’s moet worden versneld. Ook zal er aandacht moeten blijven voor
duurzame inzetbaarheid, de gezondheid, vitaliteit en fysieke belasting van collega’s.
Capaciteit
De politiebonden zijn positief dat de werkgever tot een passende regeling wil komen als het
gaat om vervroegd uittreden en aangeeft dezelfde vraagstukken te herkennen. Over een aantal
van deze vraagstukken zijn in de huidige CAO overigens al afspraken gemaakt. Bijvoorbeeld
over de aanpak van capaciteitsproblemen en inzetbaarheid (naar aanleiding van het
herstelplan van de bonden). De problemen zijn echter hardnekkig en niet van de ene op de
andere dag opgelost. De bonden zien een kans om tegelijk met het afspreken van een regeling
over eerder stoppen met werken ook het aanpakken van de capaciteitstekorten een flinke
impuls te geven.
Pensioenakkoord
De politiebonden wilden tijdens de CAO-onderhandelingen al een afspraak maken over een
regeling om eerder te stoppen met werken. Door wetgeving (o.a. de RVU-boete) was dit niet
mogelijk. Daarom is tijdens het afsluiten van de CAO een clausule toegevoegd om bij
veranderde wetgeving de gesprekken over vervroegd uittreden met de werkgever weer op te
starten. Door het onlangs gesloten pensioenakkoord is dat nu het geval.
Het pensioenakkoord bevat naast afspraken over een nieuw pensioenstelsel ook afspraken
over onder andere het bevriezen van de AOW-leeftijd, het minder hard meestijgen van de
AOW-leeftijd met de levensverwachting en de mogelijkheid voor werknemers om eerder te
stoppen met werken. Om een dergelijke regeling mogelijk te maken wordt de RVU-boete
vanaf 1 januari 2021 voor een periode van 5 jaar opgeschort. Werknemers kunnen een periode
van maximaal 3 jaar eerder stoppen met werken direct voorafgaand aan hun AOW-leeftijd.
Daarvoor kan de werkgever tot een maximum van 19.000 euro per jaar zonder fiscale boete
toekennen.
Sectorspecifieke regeling
Afspraken over een regeling om eerder te kunnen stoppen met werken moeten op de CAO-
tafel verder worden uitgewerkt. Daarom hebben de politiebonden direct na het
pensioenakkoord een brief aan de werkgever gestuurd met het verzoek om het overleg te
openen voor een sectorspecifieke regeling, binnen de grenzen van de afspraken in het
pensioenakkoord. De werkgever liet daarop weten de bonden uit te nodigen voor een eerste
verkenning op 31 juli.
Vervolggesprekken
De werkgever en de bonden hebben in het oriënterende gesprek een inventarisatie gemaakt
van wat er moet worden geregeld en wat er nodig is aan informatie en data om tot goede
afwegingen te komen. Ook zijn er procesafspraken gemaakt over hoe het traject verder wordt
opgepakt. Afgesproken is om in de tweede helft van september weer bij elkaar te komen om
het overleg te vervolgen.