Veiligheid boa’s

Op maandag 23 september hebben vertegenwoordigers van de politie, politievakorganisaties en de boa-bonden met de Minister van Justitie en Veiligheid gesproken over verduurzaming van de samenwerking tussen de politie en de buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s) in de openbare ruimte. Ook spraken zij over de veiligheid van de boa’s.

In het maatschappelijk debat geven boa’s aan dat zij zich regelmatig onveilig voelen tijdens hun handhavende werkzaamheden in de openbare
ruimte. De boa-bonden hebben de afgelopen maanden bepleit dat boa’s met ‘verdedigings-
middelen’ moeten worden uitgerust. Daarnaast zijn er ook gemeenten, die – als werkgevers voor
deze categorie boa’s – aandacht hebben gevraagd voor de veiligheid van boa’s. In de zomer zijn
vervolgens verkennende gesprekken gestart over de veiligheid van boa’s in de openbare ruimte.

Partijen zien het bevorderen van een professionele en duurzame samenwerking tussen politie en
boa’s, alsmede de veiligheid van boa’s in de openbare ruimte als een belangrijk speerpunt. Zij vinden
elkaar in het belang om gezamenlijk te werken aan vergroting van die veiligheid.

Partijen zijn het erover eens dat het geweldsmonopolie van de Staat overeind moet blijven. Partijen
realiseren zich dat de (handhavings)taken van boa’s kunnen leiden tot situaties waarin hun eigen
veiligheid en de effectiviteit van de taakuitvoering in het gedrang komen. Partijen zijn van mening
dat boa’s daarom over die middelen moeten beschikken die nodig zijn voor de taakuitvoering.
Daartoe wordt een – specifiek voor boa’s geldende – regeling voor de uitrusting en bewapening
opgesteld. Partijen zijn het er ook over eens dat, tezamen met die regeling, duidelijk moet zijn
aangegeven wanneer en met welk doel tijdens de taakuitoefening de optionele geweldsmiddelen
kunnen worden ingezet. De boa moet in dat kader deze middelen ook kunnen gebruiken om zichzelf
te beschermen tegen (dreigend) lichamelijk letsel.

Tegen deze achtergrond hebben partijen gesproken over het opstellen van een gezamenlijke
beleids- en uitvoeringsagenda. Het gesprek op 23 september jongstleden is daarbij het eerste in een
reeks. In de komende overleggen, die ook met het lokaal bestuur (als werkgevers van de boa’s)
zullen worden gevoerd, wordt verder gewerkt aan de totstandkoming van een breed pakket aan
maatregelen dat dit najaar concreet vorm moet krijgen. Dat betekent het volgende:

  • het duidelijker formuleren en vastleggen van de rollen en verantwoordelijkheden van boa’s in
    de openbare ruimte,
  • het maken van goede en duurzame afspraken over de samenwerking tussen politie en boa’s,
    waaronder de back up door de politie,
  • het duidelijker, in een afzonderlijke regeling, regelen van de uitrusting en (optionele)
    bewapening van boa’s, inclusief verduidelijking van het gebruik ervan, ook ter bescherming
    tegen (dreigend) lichamelijk letsel, en
  • het zo snel mogelijk starten met pilots die, binnen de huidige regelgeving, de beleids- en
    uitvoeringsagenda en/of de daarin opgenomen maatregelen kunnen ondersteunen.