Reorganisatie DRIO Oost-Brabant

Het gestarte veranderproces binnen de Dienst Regionale Informatie Organisatie (DRIO) van de politie-eenheid Oost-Brabant is bij nader inzien op grond van de regels van het Barp een reorganisatie. Dat hebben de werkgever en de politiebonden op donderdag 6 mei officieel vastgesteld in het Centraal Georganiseerd Overleg Politie (CGOP).

Dit betekent dat de werkgever bij het doorvoeren van zijn plannen allerlei garanties en waarborgen ter bescherming van de huidige medewerkers in acht moet nemen.

Volgens het hoofd van de DRIO en de eenheidsleiding van Oost-Brabant is tot nu toe tijdens
het veranderproces van het data(analyse)centrum voldoende zorgvuldig omgegaan met de
rechtspositie en de belangen van de huidige medewerkers. De bonden hebben daar hun
twijfels over, afgaande op een reeks persoonlijke gesprekken met leden van het team
Intelligence begin april.

Ernstige signalen
De bij deze collega’s geconstateerde gevoelens waren voor de bonden aanleiding om bij de
eenheidsleiding Oost-Brabant en de korpsleiding aan te dringen op het erkennen van de door
een aantal medewerkers geuite zorgen en het nemen van de juiste maatregelen om tot een
oplossing te komen. Op 13 april werd afgesproken op korte termijn een of meer
onafhankelijke onderzoeken te laten starten naar het feitelijke verloop van het veranderproces
en hoe daarbij is omgegaan met (de rechtspositie van) de medewerkers van de DRIO.
De korpsleiding en de vakbonden zullen gezamenlijk de opdracht voor dit onderzoek
formuleren en ook gezamenlijk de onderzoekers aanwijzen. De bonden hebben tevens
bedongen dat alle partijen tegelijkertijd de beschikking krijgen over het onderzoeksrapport.

Op weg naar de feiten
De bonden gaan ervan uit dat het afgesproken (feiten)onderzoek de gewenste duidelijkheid
zal scheppen over de zorgvuldigheid waarmee de eenheidsleiding en het hoofd DRIO tot nu
toe hebben geopereerd. Ook de korpsleiding heeft het belang uitgesproken dat met dit
onderzoek feiten boven tafel komen. Het is dan ook van het grootste belang dat er zo snel
mogelijk een of meer onafhankelijke onderzoekers van start gaan. Samen met de korpsleiding
wordt nu de laatste hand gelegd aan de opdracht die ze meekrijgen.