Reactie troonrede
De VCP die ons vertegenwoordigt, heeft een eerste reactie op de troonrede gegeven. Boodschap is onder andere om te investeren in werknemers en hun ontwikkeling. Daarnaast is lastenverlichting en zorg voor pensioenen nodig. Lees hier de hele reactie.
Het kabinet moet over de volle breedte investeren in de ontwikkeling van werknemers, zodat zij verzekerd zijn van werk, een fatsoenlijk inkomen en gezond de eindstreep halen. Voor structurele investeringen zou nu voldoende ruimte moeten zijn, nu de rente op schatkistpapier negatief is en de overheidsfinanciën op orde zijn. Daarnaast moet fors ingezet worden op lastenverlichting. Ook verdient de (semi) publieke sector veel meer erkenning en investering. Dat zegt de Vakcentrale voor Professionals (VCP) in een eerste reactie op de Troonrede.
Lastenverlichting
Een groot punt van zorg voor de VCP blijft de lastenontwikkeling. Zeker voor een deel van de (boven) modale inkomens, zoals politieagenten, militairen, docenten, beleidsmedewerkers en technici, blijven de lasten onverminderd hoog, ook lokaal. Veel mensen hebben ook in 2019 de lasten zien stijgen, de onrust in de samenleving wordt hierin gevoed door onjuiste voorstelling van zaken vanuit het kabinet. Ook in 2019 stegen de lokale lasten weer, gemiddeld met ongeveer een 1,0% meer dan de inflatie. De gemiddelde WOZ-waardestijging voor 2019 wordt geschat op 6%, voor 2019 en voor 2020 wordt 4% verwacht.
De VCP roept op de lasten voor de middeninkomens echt te verlichten. Middeninkomens moeten profiteren van de economische groei, dit is nog steeds niet gebeurd, zo bleek ook recent weer dat 100% van de brutoloonstijging wegbelast wordt. De alsmaar grote stapeling van lasten, kosten en andere maatregelen hebben de middeninkomens te zwaar belast. De VCP is gematigd tevreden met de nu eerste gezette stappen, maar vindt dit gezien de hoge lastendruk nog onvoldoende. Daarnaast is de VCP niet gerust op de loonontwikkeling in combinatie met de inflatie, het afgelopen jaar bleken die redelijk gelijk op te lopen.
De recent bekendgemaakte plannen voor box 3 vindt de VCP een goede stap, voor kleine spaarders en beleggers wordt hiermee uitgegaan van een meer werkelijk rendement. Wel wordt het des te belangrijker dat iedereen voor pensioen spaart in de tweede pijler. De VCP stelt verder voor dat een potentiële negatieve spaarrente fiscaal aftrekbaar wordt.
Ontwikkeling
De VCP gaat uit van een normaal contract, waarbij professionals een zekerheid van werk en inkomen hebben. Hier hoort ook leven lang ontwikkelen als integraal onderdeel bij. Dat kan niet zonder structurele investeringen. “Zonder goede mensen loopt de boel gewoon vast. De tijd van investeren is gekomen. Het kabinet kan niet meer achterover leunen, nu er een negatieve rente op schatkistpapier is, de staatschuld laag is en er al jaren een overschot op de begroting te zien is. Investeer daarom nu direct en structureel: in professionals, in loon en erkenning, in mensen die aan de kant staan, in werknemers van jong tot oud”, zegt VCP-vicevoorzitter Gerrit van de Kamp. “We leven in een tijd van grote transities, waarin we te maken hebben met zaken als digitalisering en globalisering. Scholing is nodig om mensen aan het werk te houden. Ook daar moet het kabinet oog voor hebben.”
Instellingscollegegeld omlaag
De voorgenomen STAP-regeling, waarbij iedereen zelf de mogelijkheid heeft om de meest geschikte scholing te kunnen volgen, is een kleine stap in de goede richting en een klein onderdeel in het grote geheel van leven lang ontwikkelen. De VCP meent echter dat deze regeling geen recht doet aan de hoge kosten en benodigde tijd voor ontwikkeling. Daarover blijft de VCP graag met het kabinet het gesprek voeren; de nieuwe regeling moet voldoende facilitering voor alle professionals bieden, ongeacht duur en prijs van opleiding. Met name hoger opgeleiden die zich verder willen ontwikkelen moeten hoge kosten maken, omdat ze geen recht meer hebben op bekostigd onderwijs, maar daarnaast ook nog te maken hebben met zaken als een zeer hoog instellingscollegegeld. Uit de verkenning van de SER over de ontplooiingskansen van jongeren blijkt dat het aantal studenten dat een tweede master volgt na invoering van het instellingscollegegeld met 1/3e is afgenomen. De VCP pleit dan ook voor een forse verlaging van het instellingscollegegeld en een verbetering van de fiscale mogelijkheden om te investeren in de eigen ontwikkeling.
Werkdruk en professionele ruimte
Verder vraagt de VCP met klem, om maatregelen die de werkdruk van werknemers verlichten. De VCP ziet werkdruk en ziektegevallen zoals burn-out als steeds groter wordend probleem, zoals bij de politie, defensie en in het wetenschappelijk onderwijs. De overheid moet het goede voorbeeld geven door geld vrij te maken om de werkdruk in de (semi)publieke sector te verlagen en de kwaliteit te verhogen. Er moet meer professionele ruimte komen en de regeldruk moet worden verlaagd. Professionals hebben geregeld te maken met een hoge regeldruk. Veel tijd gaat verloren aan administratieve taken, in plaats van de uitoefening van het vak. Dit verhoogt juist de werkdruk.
Pensioenen
De VCP maakt zich grote zorgen over donkere vooruitzichten waar deelnemers van de Nederlandse pensioenfondsen zich op dit moment mee geconfronteerd zien. De rigide pensioenregels waarmee het Nederlandse pensioenstelsel wordt opgehangen aan een kunstmatig laag gehouden Europese rente zijn de belangrijkste oorzaak hiervan. Van een echte marktrente is al lang geen sprake meer. Toch wordt daar door het kabinet en de DNB aan vastgehouden alsof het een absolute waarheid betreft. Het gevolg van deze keus is dat de Nederlandse pensioenfondsen zich arm moeten rekenen ondanks dat de rendementen prima zijn en dat premies nog verder moeten stijgen. Iedereen, gepensioneerd en werkend, voelt hiervan de gevolgen.
Er moet snel overleg komen met de minister om een oplossing te vinden voor deze situatie. Dit is nu zeer actueel met dreigende kortingen voor de deur en nu de pensioenfondsen bezig zijn met het vaststellen van hun premies voor volgend jaar. De VCP is van mening dat de huidige situatie niet ten koste mag gaan van de opbouw van de pensioenen. Nu het economisch goed gaat, hebben werkgevers daarom een belangrijke verantwoordelijkheid om ook onder de huidige omstandigheden de pensioenambities op peil te houden.
Beeld: © RVD – Jeroen van der Meyde