Politieacties voor loonsverhoging op komst
Het kabinet Rutte III heeft het ultimatum van de politiebonden naast zich neergelegd en blijft bij het aanbod van een stijging van de politielonen van maximaal 1,3 procent voor de periode tot 1 juli 2022 (zie hier (102 KB) ). Het gevolg is dat de bonden zich op vrijdag 12 februari officieel terugtrekken uit de onderhandelingen over een nieuwe politie-cao en de werkgever door acties onder druk gaan zetten om te komen met een loonsverhoging van 2,5 procent voor de periode tot 1 mei 2022.
De voorbereidingen voor de eerste acties zijn inmiddels in gang gezet, want de bonden willen zo snel mogelijk uit de startblokken komen. Tegelijkertijd zijn ze zich ervan bewust dat actievoeren tijdens de COVID 19-pandemie extra vindingrijkheid en zorgvuldigheid vereist. ‘Er zijn ook dit keer genoeg collega’s die het liefst meteen harde acties zouden zien,’ vertelt een woordvoerder van het Landelijk Actiecentrum. ‘Maar dat is een riskante aanpak die de maatschappelijke steun voor onze eisen snel kan doen afbrokkelen. Wat ons betreft wordt het dus beheerst beginnen, daardoor begrip en draagvlak opbouwen en dan opschalen naar steeds hardere acties tijdens de formatie van het nieuwe kabinet.’
Ledenpeiling
Uit een digitale ledenpeiling bleek begin februari dat een ruime meerderheid van de achterban van de bonden geen genoegen neemt met het (tot nu toe) ultieme aanbod van minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid. Dat aanbod is een loonsverhoging van 1,3 procent en twee eenmalige uitkeringen van € 300 in een periode van anderhalf jaar (tot 1 juli 2022).
Gematigde looneis
De bonden houden vast aan een loonsverhoging van 2,5 procent en twee eenmalige uitkeringen van € 350 en € 300 in een periode van zestien maanden (tot 1 mei 2022).
Dat is niet de uitbundige inkomensverbetering waar veel politiemensen bij elke cao-ronde op hopen. Iedereen begrijpt echter dat de bonden hun aanspraken op extra belastinggeld (moeten) matigen in een tijd waarin de overheid gedwongen is enorme bedragen te lenen om de sociale en economische schade door een internationale gezondheidscrisis te verzachten.
Koopkrachtbehoud
Daar staat tegenover dat een loonsverhoging van 2,5 procent er in ieder geval voor zorgt dat de politiesalarissen tot het voorjaar van 2022 hun koopkracht behouden – en in het gunstige geval misschien een klein plusje oplevert. Het zou de overheid sieren als ze zou besluiten de politiemedewerkers van die inkomensgarantie te voorzien.
Verder toegenomen werkdruk
De werkdruk bij de politie was voorafgaand aan de COVID 19-pandemie al zorgwekkend genoeg. En sinds het uitbreken van de coranacrisis is de belasting van de politiemedewerkers alleen maar toegenomen. Naarmate de beperkingen ingrijpender werden en stringente handhaving noodzakelijker, kwam de politie steeds meer als uitvoerende instantie in beeld – en in de frontlinie.’
Gevolgen gezondheid/privéleven
Nog altijd wordt van de collega’s veel loyaliteit en meegaandheid gevraagd om de roosters rond te krijgen voor alle corona-inzet. De instelling van de avondklok heeft de druk op het korps alleen nog maar verder verhoogd. Het zijn ook nu weer de medewerkers die het mogelijk maken dat deze cruciale overheidsinstantie blijft reilen en zeilen – vaak ten koste van hun eigen gezondheid en/of privéleven.
Plichtsbesef
Voorlopig lijkt deze geïntensiveerde inzet nog wel even nodig – en de politiemensen zullen in het algemeen belang doorgaan met buffelen zolang het nodig is. Wat de bonden betreft is het dan ook hoog tijd dat de overheid concreet laat zien hoezeer zij dit plichtsbesef in de coronajaren waardeert. Dat kan simpelweg door een loonsverhoging die royaal genoeg is om de politiesalarissen de komende anderhalf jaar gegarandeerd hun koopkracht te laten behouden.
Andere verbeterafspraken
Bijkomend voordeel is dat vervolgens meteen een volledige nieuwe politie-cao kan worden afgesloten. Tijdens de eind oktober gestarte cao-onderhandelingen zijn de werkgever en de bonden het namelijk over een stuk of 25 andere verbeteringen in de arbeidsvoorwaarden en werkomstandigheden al zo goed als eens geworden. Daaronder vallen afspraken over het indexeren (meegroeien met de salarisontwikkeling) van de overwerkvergoeding en het toekennen van het recht op de ME-vergoeding aan de collega’s in schaal 12, 13 en 14, maar ook allerlei interessante deals op het gebied van veilig en gezond werken en meer loopbaankansen. Alleen over een structurele verbetering op beloningsgebied bleek tot nu toe geen overeenkomst te bereiken.