Pleidooi KVMO Marc de Natris: fonds voor ereschuld.

‘In the line of duty’ Ereschuld Fonds

Vandaag de dag staan de aandacht en (na)zorg voor veteranen hoog in het vaandel. De Nederlandse Veteranendag is een feestelijke dag waarop de veteranen in het zonnetje worden gezet. Er is niet alleen terecht meer aandacht maar ook meer begrip voor de problemen die veteranen kunnen ondervinden als gevolg van de missies die zij namens het Koninkrijk der Nederlanden hebben uitgevoerd. Er is de laatste jaren veel geïnvesteerd en in positieve zin veranderd op het gebied van zorg en nazorg voorafgaande, tijdens en na de missie.

Daarnaast zijn de kennis en behandeling van het posttraumatisch stresssyndroom (PTSS) de afgelopen jaren aanzienlijk verbeterd, waardoor de kans op blijvende PTSS-schade beduidend is afgenomen. Desondanks valt PTSS in de toekomst niet uit te sluiten en zijn voor veel veteranen de toegenomen kennis en nieuwe behandelingsmethodes te laat gekomen.

Als PTSS wordt geconstateerd vindt veelal een financiële compensatie plaats door de werkgever. Zo is in 2012 bij Defensie de regeling voor het inlossen van de Ereschuld voor veteranen overeengekomen. Los van deze regeling worden er bij Defensie steeds vaker financiële claims neergelegd, zoals onlangs de claim van 15 miljoen euro door 120 Libanon-veteranen.

De Centrale Raad van Beroep bepaalde onlangs dat Defensie de zorgplicht van een Libanon-veteraan heeft geschonden. Ik schat in dat Defensie naar aanleiding van de uitspraak met de advocaten van de Libanon-veteranen om de tafel zal gaan zitten om een compensatie af te spreken. Hiermee zal de minister goed werkgeverschap tonen.

De afgelopen jaren heeft Defensie meer dan 200 miljoen euro uitgekeerd aan nazorg voor veteranen. Hoe terecht ook, deze 200 miljoen betreft meer dan de “VanderStaaij gelden” die Defensie vanuit de Tweede Kamer toegezegd heeft gekregen om de ergste nood bij Defensie te lenigen. Voor een noodlijdende organisatie als Defensie is 200 miljoen euro veel geld. Geld dat goed gebruikt had kunnen worden om de structurele financiële gaten gedeeltelijk te kunnen vullen.

PTSS wordt niet alleen geconstateerd bij onze veteranen. Ook bij politieagenten, brandweerlieden en ambulancepersoneel wordt regelmatig PTSS vastgesteld. Voor al deze overheidsdienaren geldt dat zij in de ‘frontlinie’ staan ten behoeve van de Nederlandse samenleving. Hun werkzaamheden kunnen ertoe leiden dat zij blijvend schade oplopen. Ik vind het vreemd dat het defensiebudget, politiebudget enz. wordt belast met de PTSS compensatiekosten die het gevolg zijn van de inzet in de ‘frontlinie’ ten behoeve van ons Koninkrijk. De budgetten zijn namelijk bedoeld om de frontlinie werkzaamheden uit te kunnen voeren en niet om de ereschuld van onze samenleving aan onze ‘frontlinie’ hulpverleners en veteranen af te kopen.

Het past niet dat de afzonderlijke ministeries voor deze kosten moeten opdraaien. Ik vind dan ook dat er een Nationaal Fonds Ereschuld moet worden opgericht. Een Fonds waar politie-, brandweer-, ambulance- en defensiepersoneel op terug moeten kunnen vallen,als zij door toedoen van hun ‘in the line of duty’-werkzaamheden lichamelijk en/of psychisch gewond zijn geraakt en de gevolgen daarvan, veelal hun hele leven lang, dagelijks ervaren.

Ik roep de politiek dan ook op om snel een nationaal ereschuld fonds in te stellen zodat het budget van de afzonderlijke ministeries gebruikt kan worden waarvoor het is bedoeld: dat de professionals goed opgeleid met voldoende en juiste middelen hun ‘in the line of duty’ werkzaamheden voor de samenleving zo veilig als mogelijk kunnen verrichten.