Opstelten: zwaardere screening voor vuurwapenbezit

Wie een wapenvergunning aanvraagt, krijgt verplicht een zwaardere screening. Privébezit van vuurwapens en munitie mag geen gevaar opleveren voor de samenleving – en dat kan alleen als aan zeer strikte veiligheidseisen is voldaan. Het is aan de aanvrager van de vergunning om daarover actief informatie aan te leveren.

Dat is de essentie van een wetsvoorstel dat minister Opstelten vandaag voor advies naar verschillende instanties heeft gestuurd. De voorgestelde maatregelen vloeien voort uit de discussie die is ontstaan na het schietincident in Alphen aan de Rijn, in 2011. Zes mensen werden toen doodgeschoten door iemand die legaal in het bezit was van wapens.

Het schietincident toonde aan dat ook iemand die op legale wijze in het bezit is gekomen van een wapen of munitie door omstandigheden soms toch een risico kan vormen – voor zichzelf of voor anderen.

Aanvragers van een wapenvergunning die voor langere tijd over een vuurwapen mogen beschikken – met name sportschutters en jagers – worden straks dan ook onderworpen aan een gedegen screening. Zo moet de aanvrager zijn verzoek straks altijd in persoon indienen én zelf aanwezig zijn bij de controle van opslagmogelijkheden voor wapens in zijn huis of zijn bedrijf. Ook is hij verplicht mee te werken aan een onderzoek naar zijn psychische gesteldheid, om na te gaan of er een verhoogd risico is op misbruik van wapens en munitie. Het Trimbosinstituut ontwikkelde hiervoor een speciale test die risicofactoren weegt. Verder moet de aanvrager drie referenten opgeven. Daarna beslist de korpschef – op basis van alle informatie – of iemand geschikt is en een vergunning krijgt.

Van de aanvrager wordt dus vergaande medewerking verwacht, maar met het oog op de veiligheid van de samenleving vindt minister Opstelten dat geen onredelijke eis.

Als een vergunning is verstrekt, kunnen zich bovendien altijd ontwikkelingen voordoen die een nieuw besluit noodzakelijk maken. Om bijtijds te kunnen reageren, komt er dan ook een permanente screening van wapenbezitters op grond van opnames onder de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). Blijkt daaruit dat een gedwongen opname heeft plaatsgevonden, dan krijgt de korpschef een melding. Dit stelt de politie in staat snel op te treden en de wapens en munitie weg te halen bij de wapenbezitter.

Verder moet iedereen in de huidige groep wapenbezitters, na inwerkingtreding van de wet, ten minste eenmaal de volledige, verzwaarde procedure doorlopen. Opstelten wil dat geen enkele wapenbezitter zijn wapen kan behouden zonder deze zwaardere veiligheidsscreening te hebben ondergaan.

In Nederland hebben circa 70.000 mensen een particulier wapenverlof of jachtakte. Samen bezitten zij bijna 168.000 wapens, zo blijkt uit het onderzoek Met scherp schieten. Een onderzoek naar een aantal veiligheidsrisico’s met betrekking tot de schietsport in Nederland.