Opstelten neemt meer tijd voor vorming nationale politie
De vorming van een nationale politie gaat langer duren dan gedacht. Door meer tijd te nemen hoopt minister Opstelten (Veiligheid & Justitie) dat het politiewerk minder te lijden zal hebben van de reorganisatie.
Op dit moment stapelen de problemen bij de politie zich op: een hoog ziekteverzuim, te weinig chefs en personeel in sommige regio’s, een haperend ict-systeem – en tot overmaat van ramp een daling van de opgehelderde misdrijven.
Heldere communicatie, dat was wat de Tweede Kamer vandaag tijdens een debat over de politie vroeg van minister Opstelten. ‘Bij deze grote problemen passen geen sussende woorden, maar eerlijkheid’, zei ChristenUnie-Kamerlid Gert-Jan Segers ronduit. Het was een waarschuwing voor Opstelten, die zich meestal een houding van ‘gaat-u-maar-rustig-slapen’ aanmeet. ‘We liggen op koers met de nationale politie’, zegt hij dan.
Zelfs de twee regeringspartijen, VVD en PvdA, zeiden Opstelten onomwonden dat er behalve woorden nu ook daden werden verlangd. ‘Ik vraag een realistische blik op de planning van de totstandkoming van de nationale politie’, sprak VVD’er Ockje Tellegen. ‘Duidelijke communicatie en transparantie over hoe er met de kritiek wordt omgegaan’, verlangde PvdA’er Ahmed Marcouch.
Opstelten heeft heel wat uit te leggen over zijn nationale politie – ‘het project waarmee hij de geschiedenisboekjes in wil gaan’, zoals oud-PVV’er Louis Bontes opmerkte. Uit een hele reeks rapporten rees de afgelopen weken een zorgwekkend beeld op.
Ziekteverzuim
<figure itemtype=”http://schema.org/ImageObject” itemprop=”associatedMedia image”> <figcaption> © ANP </figcaption> </figure>
Het ziekteverzuim onder agenten blijkt hoog te zijn: per dag zit 5,7 procent van de agenten ziek thuis. Dat is een veel groter aandeel dan in andere beroepen. Van de zieken blijft 13 procent langer weg dan het toegestane maximum van twee jaar.
Ondertussen lukt het niet om voldoende agenten te interesseren voor de nieuwe politieteams in Oost-Nederland, Zeeland en West-Brabant en in het noorden van Noord-Holland. Er zijn niet genoeg capabele leidinggevenden. De introductie van een nieuw computersysteem blijft achter op schema.
Tegelijkertijd bedelft Opstelten de politie onder zijn ‘topprioriteiten’. SP-Kamerlid Nine Kooiman had er maar liefst 21 gevonden, van dierenmishandeling tot kindersekstoerisme. ‘De rek is eruit’, concludeerde ze. ‘De minister moet kiezen.’ Ondanks al die prioriteiten daalde het ophelderingspercentage van 25,9 procent toen Opstelten aantrad in 2010 tot 22,4 procent in 2013.
Strategie
Maar Opstelten wist de tot de tanden toe gewapende Kamer te kalmeren. Zijn strategie bestond uit twee delen. ‘We gaan het reorganisatieplan herijken’, las de VVD-minister de teksten van zijn ambtenaren voor. Zijn ogen waren gericht op de papieren voor hem, niet op de kritische Kamer. ‘Het tempo wordt naar de omstandigheden en de draagkracht van de organisatie aangepast.’ Een oneliner had hij ook paraat. ‘Kwaliteit gaat voor tijd.’
Opstelten had bovendien gedacht aan een kleine attentie hier en daar. Aan D66 beloofde de minister bijvoorbeeld dat politieagenten met een post-traumatische stress-stoornis net zo zullen worden behandeld als militairen met die aandoening. En de PvdA kreeg een onderzoekje naar de behoefte aan geestelijk verzorgers bij de politiekorpsen.
Het maakte de uitgetreden PVV’er Louis Bontes furieus: ‘De politie ligt op zijn gat en de oplossing is: imams’, brieste hij. De rest van de Tweede Kamer leek weer rustig te gaan slapen. Men zei blij te zijn dat de minister zo goed naar de klachten had geluisterd.