Nieuwe pensioenwet: fundament is gelegd

Een goede basis om verder te gaan. Zo betitelt de VCP de nieuwe pensioenwet die op 30 maart naar de Tweede Kamer is gestuurd. “Het nieuwe pensioenstelsel lost belangrijke problemen op van het huidige pensioenstelsel, maar het blijft zaak dat er geen groepen buiten de boot vallen”, zegt VCP-bestuurder Ruud Stegers.

De VCP heeft bij de totstandkoming van de Wet Toekomst Pensioenen (WTP) uitgebreide input geleverd aan het ministerie van SZW, dat verantwoordelijk is voor de voorbereiding van het wetsvoorstel. De komende tijd zal moeten blijken hoe het wetsvoorstel zijn beslag zal krijgen in de praktijk en hoe het wordt gewaardeerd.

Premie centraal
In het nieuwe stelsel wordt niet langer een uitkering toegezegd, maar vormt de pensioenpremie de basis waarbij het pensioen anders wordt opgebouwd dan nu. Er is voldoende ruimte in die premie mogelijk om tot de eerder geformuleerde doelstelling van 80% van het gemiddeld inkomen in 42 jaar te komen. Een koopkrachtig pensioen vergt wel dat in de cao een voldoende hoge premie wordt afgesproken. In de wet wordt uitgegaan van een fiscaal maximale premie van 30% om dit te bereiken. Zodra er een minder hoge premie wordt afgesproken, neemt de zekerheid af.

Compensatie
Voor sommige groepen pakt de overstap naar de nieuwe premie nadelig uit, maar het wetsvoorstel biedt houvast om afspraken te maken over compensatie. “De onzekerheid is hiermee nog niet weg, over de financiering moeten nog afspraken worden gemaakt tussen werkgevers en werknemers. Daar gaan wij ons als vakbeweging voor inzetten”, zegt Ruud Stegers. “Wij hadden op dit punt liever een wettelijke verplichting gezien, maar het wetsvoorstel heeft voldoende waarborgen gekregen om te zorgen dat de compensatie expliciet een plek moet krijgen in de transitieafspraken die gemaakt worden door werkgevers en werknemers.”

Doelen
Voor de VCP zijn de doelen uit het Pensioenakkoord altijd maatgevend geweest. “Natuurlijk worden in zo’n groot proces met veel spelers niet alle doelen volledig behaald, maar de VCP heeft veel bereikt: behoud van collectiviteit, solidariteit en een levenslang (nabestaanden)pensioen. Dit blijven ook in het nieuwe stelsel belangrijke ankers.” Ook tilt de VCP zwaar aan indexatie, wat de afgelopen jaren bijna niet voorkwam. Het nieuwe stelsel zit zo in elkaar dat verhoging van de pensioenen eerder mogelijk is, maar ze kunnen ook omlaag wanneer het economisch tegenzit. De winst zit er in dat er niet eerst buffers nodig zijn voordat positieve rendementen zich vertalen in een hoger pensioen.

Jong en oud
De VCP hecht er aan dat het pensioenstelsel breed gedragen wordt, waarbij zowel jong als oud met goed vertrouwen de oude dag tegemoet kan zien. Voor alle generaties moet de ambitie om een koopkrachtig pensioen te kunnen realiseren voorop staan. Het nieuwe stelsel biedt deze potentie. Een zorgpunt voor de VCP is de grote hoeveelheid mensen die nu geen pensioen opbouwt. Dit speelt vooral bij jongeren met een flexibel contract, en in sectoren waar weinig tot geen vakbonden zijn. Op het vlak van pensioenopbouw voor ZZP’ers is de VCP teleurgesteld dat hier niet meer bereikt is. “Ook voor zzp’ers moet het goed geregeld zijn”, zegt bestuurder Ruud Stegers.

Vervolg
Nu is de minister aan zet om het wetsvoorstel in de Tweede Kamer te verdedigen en daarna is het aan sociale partners om het fundament uit te bouwen in goede arbeidsvoorwaardelijke afspraken. “Wij gaan onze aangesloten organisaties informeren zodat zij ook een onderbouwde mening kunnen vormen over het geheel. Wellicht komen daar nog nadere aandachtspunten uit naar voren.”