Geen flexibilisering zolang basis niet op orde is

De ACP, ANPV, NPB en VMHP hebben een toelichting op hun gezamenlijke cao-inzet naar de werkgever gestuurd over de formatie en inrichting van de politieorganisatie. Tegelijkertijd heeft de werkgever gehoor gegeven aan de verzoeken van de politiebonden om op papier te zetten wat hij nu concreet verstaat onder het woord flexibilisering. Een breed begrip immers dat op vele manieren kan worden geïnterpreteerd. De bonden stellen als voorwaarde dat de werkgever eerst de politieorganisatie in de basis op orde brengt, voordat kan worden gesproken over zijn flexibiliseringsvoorstellen. 

Nu de personele reorganisatie is afgerond, merken veel politiecollega’s dat de gekozen inrichting van de politieorganisatie op veel punten niet aansluit op de dagelijkse praktijk. Met als gevolg een chronisch capaciteitsgebrek, grote afstand tussen ondersteuning en de uitvoering, roosters die niet rond komen, een hoog ziekteverzuim, tienduizenden overtredingen van de Arbeidstijdenwet per jaar, stroperige processen en besluitvorming, ICT die niet op orde is en ga zo maar door.

Politiemensen als ‘nummer’
Er zijn structureel te weinig politiemensen om al het werk te doen. Dat zorgt dag in dag uit voor een veel te hoge werkdruk met alle gevolgen van dien voor de veiligheid, gezondheid en het privéleven van politiemensen. Bovendien is de centralisatie van de politieorganisatie doorgeslagen. Veel collega’s voelen zich daardoor een ‘nummer’ in plaats van een gewaardeerde medewerker. De aandacht voor het welzijn en de ontwikkeling van politiemensen dreigt ondergesneeuwd te raken.

Problemen
Vanaf de start van de nationale politie hebben de politiebonden gewezen op de weeffouten bij de inrichting en de risico’s daarvan. Veel van de problemen worden bevestigd door diverse onderzoeken, waarvan de laatste het evaluatierapport van de commissie Kuijken.Radicale veranderingen
De politiebonden hebben de werkgever nu laten weten met enkele voorwaarden/eisen te komen voor radicale veranderingen van de politieorganisatie die aansluiten op de aanbevelingen van de genoemde rapporten en onderzoeken. Op hoofdlijnen gaat het de bonden om de volgende aanpassingen:

  • De politie moet afstappen van het centrale sturingsmodel. Er moet meer ruimte komen voor lokaal maatwerk, voor beleidsruimte van het lokale gezag en voor samenwerking met bestaande en nieuwe partners. Ook moeten politieteams meer eigen autonomie krijgen om het werk in te richten. Betrouwbaarheid als samenwerkingspartner en als werkgever is daarbij cruciaal.
  • Er moet structureel geïnvesteerd worden in medewerkers, zodat zij zich kunnen ontwikkelen en op een veilige en gezonde manier hun werk kunnen doen. De menselijke maat en een goed moreel kompas moeten de cultuur binnen de politieorganisatie bepalen.
  • De politie moet als geweldsmonopolist de regie blijven houden op het toezicht in de openbare ruimte en dient de verbindingen tussen de verschillende vormen van veiligheidszorg (zoals boa’s) te organiseren.
  • Een eerlijke verdeelsleutel voor de financiering van de politie, zodat het opgedragen werk daadwerkelijk kan worden gedaan. En een reëel budget voor het werk per onderdeel.
  • Stop met het aansturen van de politie via ‘neoliberale’ bedrijfskundige methoden en technieken die ervoor hebben gezorgd dat de betekenis van politiewerk in geld en getallen wordt uitgedrukt en politieprocessen in hoge mate gestandaardiseerd zijn. De politie heeft een maatschappelijke opdracht die niet altijd in cijfers en geld valt uit te drukken.

Flexibiliseringsvoorstellen werkgever
Aanstaande vrijdag komen de politiebonden met een lijst van concrete voorwaarden/eisen die zij zien als basis voor een toekomstbestendige politieorganisatie. Over die uitgangspunten willen de bonden eerst afspraken maken voordat überhaupt verder wordt gesproken over de flexibiliseringsvoorstellen van de werkgever.

Meer flexibiliteit van de politie is de wens van de regering, gezaghebbenden zoals de regioburgemeesters plus het Openbaar Ministerie én van onze eigen minister en korpsleiding. Nadat de verschillende partijen zich daarover uitspraken en het duidelijk was dat flexibilisering ook hét speerpunt van de werkgever is voor de cao-onderhandelingen, hebben de bonden direct aangegeven dat het niet zo kan zijn dat meer flexibiliteit ten koste gaat van politiemensen en de werkgever met zijn voorstellen een nog groter beroep doet op de loyaliteit en het uithoudingsvermogen van medewerkers.

De werkgever heeft zijn cao-voorstellen voor wat betreft flexibilisering inmiddels verder uitgewerkt. De bonden gaan die voorstellen – voorafgaand aan het tweede formele cao-overleg vrijdag 20 april – de komende dagen kritisch lezen. Ben jij benieuwd naar de toelichting van de werkgever? Deze staat op het korpsintranet.

Hier (382 KB) lees je meer.