Eindelijk zekerheid over sociaal vroegpensioenbeleid



De politiebonden zijn blij met het bereikte landelijke akkoord over een permanente Regeling
vervroegd uittreden (RVU) voor mensen die door vele jaren zwaar werk fysiek en/of
psychisch versleten zijn.

NPB-voorzitter Nine Kooiman namens de politiebonden: ‘Wij hebben hier
vanaf het begin van dit jaar actie voor gevoerd, op eigen houtje en samen met
bonden uit andere beroepssectoren. De politiek en de werkgevers hadden flink wat duwtjes
nodig, maar het resultaat mag er zijn. Eindelijk zekerheid voor onze politiemedewerkers.’
Het nieuwe RVU-akkoord maakt deel uit van een afsprakenpakket over zwaarwerkbeleid, dat
op het hoogste niveau is uitonderhandeld door het kabinet-Schoof (minister Eddy van Hijum
van Sociale Zaken), de werkgeversorganisaties en de vakcentrales FNV, CNV en VCP.
Het akkoord realiseert een van de kernafspraken uit het landelijke pensioenakkoord van juni
2019: de terugkeer van een sociale voorziening voor mensen die met volle inzet langdurig een
bepaald soort werk hebben gedaan en daardoor niet in staat zijn gezond en veilig hun AOW-
leeftijd te bereiken.


Permanente regeling
Vanaf 2026 wordt een verbeterde versie van de huidige RVU van kracht. De huidige RVU is
een tijdelijke regeling voor de jaren 2021-2025. Haar opvolger kent geen einddatum en biedt
werknemers in zware beroepen dus zekerheid op de lange termijn. Tegenover het risico van
slijtage door hun werk staat voortaan de optie eerder te kunnen stoppen met werken op basis
van cao-afspraken, financieel mede mogelijk gemaakt door de overheid.
Dat wil zeggen: de overheid ontmoedigt sinds jaar en dag het afspreken van sectorale
vroegpensioenregelingen door uitkeringen op dat gebied te straffen met een fiscale heffing
van 52 procent. Dat maakt het voor werkgevers en bonden erg duur om afspraken te maken
over het eerder laten uitstromen van bepaalde groepen medewerkers. Hun doorbetaling
(inclusief fiscale boete) gebeurt immers uit het arbeidsvoorwaardenbudget. Daar te veel geld
voor uittrekken zou de belangen van de overige medewerkers dus benadelen.

Ontheffing vroegpensioenboete
De nu afgesproken blijvende RVU komt neer op een vrijstelling van de vroegpensioenboete.
Werkgevers en bonden behouden vanaf 2026 de optie om fysiek en/of psychisch versleten
werknemers 36 keer belastingvrij een maandelijkse uitkering te geven van maximaal de bruto
AOW-uitkering plus 300 euro. De uitkering van deze bedragen mag alleen gebeuren (in vaste
maandelijkse porties) in de drie jaar voorafgaand aan iemands AOW-gerechtigde leeftijd.

Verhoogd maandbedrag
Onder de tijdelijke RVU (2021-2025) was het vrijgestelde RVU-maandbedrag maximaal de
bruto AOW-uitkering. De inzet van de bonden bij de onderhandelingen over een permanente
RVU was een verhoging van het RVU-bedrag met € 500. Uiteindelijk is een verhoging met €
300 uit de bus gekomen.

Geen andere landelijke drempels
De bonden hebben met succes weten te voorkomen dat de permanente vroegpensioenregeling
alleen toegankelijk zou zijn voor werknemers met een bepaald inkomen of voor een
maximum aantal werknemers. Wel is afgesproken dat voortaan zorgvuldig in de gaten wordt gehouden hoeveel mensen van de RVU gebruik maken. Bij een opvallende groei zal
zorgvuldig worden bekeken naar de oorzaken en de maatregelen die mogelijk en gewenst zijn
om de zaak onder controle te krijgen of te houden.’

Sectoraal maatwerk
Cruciaal uitgangspunt is en blijft dat in elke beroepssector de werkgevers en de bonden
bepalen wie onder welke voorwaarden van de RVU gebruik kunnen maken. Er komt dus geen
landelijke lijst met beroepen of functies die als ‘zwaar werk’ erkend worden en dus RVU-
gerechtigd zijn. De sociale partners maken dat per beroepssector zelf uit en leggen de
uitkomsten van die onderhandelingen vast in cao-afspraken.

Veilig en gezond werken
Volledigheidshalve: de RVU-afspraken in het akkoord van 18 oktober 2024 zijn gekoppeld
aan afspraken over het gezamenlijk uitwerken van maatregelen die bevorderen dat
werknemers veilig en gezond hun pensioen halen. Denk daarbij aan het verbeteren van de
arbeidsomstandigheden, het optimaliseren van het verlofsparen en het investeren
in/vooruitdenken over extra mogelijkheden voor een gevarieerde loopbaan.

Politie-RVU vanaf 2026
De komende week leggen de vakcentrales het onderhandelingsresultaat met een positief
advies aan hun achterban voor. Wordt het nieuwe afsprakenpakket goedgekeurd, dan kan de
praktische uitwerking van het RVU-beleid beginnen. Dat wil zeggen: landelijk moet de
nodige regelgeving worden aangepast en in elke beroepssector kunnen de onderhandelingen
over een permanente RVU vanaf 2026 start gaan.

De politiebonden hebben door het bereikte onderhandelingsresultaat twee RVU-akkoorden in
twee weken te vieren. Eentje op 9 oktober en eentje op 18 oktober. Het eerste akkoord was
met minister David van Weel van Justitie en Veiligheid over een uitbreiding van de doelgroep
van de tijdelijke politie-RVU 2021-2025. Dat was nodig om te zorgen dat de collega’s van de
jaargang 1961 qua vroegpensioenopties niet buiten de boot vielen.

Het tweede akkoord is het nieuwe landelijk kaderakkoord met minister Eddy van Hijum van
Sociale Zaken. Op basis daarvan moet nu een permanente politie-RVU vanaf 2026 worden
uitonderhandeld voor de jaargangen 1962 en verder. De gesprekken tussen de politiebonden
en de politiewerkgever daarover zijn inmiddels gestart.

Nine Kooiman namens de politiebonden: ‘Het is fantastisch dat er nu eindelijk zekerheid is
over een structurele regeling voor vervroegd uittreden. Dat is iets waar veel politiemensen de
afgelopen maanden hard voor hebben geknokt. Ik wil ze daarvoor nogmaals bedanken, want
zonder de inzet van die duizenden collega’s was dit resultaat er niet geweest. Bedankt
allemaal, bedankt, bedankt!’