Verslag werkbezoek Lissabon
Van 17 tot en met 21 juni bracht onze Kerngroep Internationale Samenwerking haar jaarlijkse werkbezoek aan de Portugese vakbond APG/GNR. De delegatie, bestaande uit Willy Valckx, Jan Dikkers en Corinne Slagman, werd hartelijk ontvangen in Lissabon.
Het doel van deze bezoeken is het vernemen van recente ontwikkelingen op het gebied van de positie van de vakbond en samen nadenken over strategieën om die positie te verbeteren. Vakbondslidmaatschap onder politiemensen is in Portugal net als in Nederland hoog, maar vakbondswerk kent daar een gebroken bestaansgeschiedenis. De heropleving van vakbonden is één van de democratiseringsprocessen die na de Anjerrevolutie in 1974 op gang zijn gekomen. Er zijn in Portugal diverse politievakbonden, variërend van bonden die zich richten op hele specifieke rangen of speciale eenheden tot meer algemene bonden. De APG/GNR is een vakbond die zich richt op een bredere groep politiecollega’s, maar wel specifiek van de Guarda Nacional Republicana (GNR), de militaire tak van politie. Omdat militairen zich niet in vakbonden mogen verenigen, heeft de APG/GNR formeel niet de status van ‘syndicat’, hetgeen invloed heeft op de positie bij onderhandelingen.
De recente ontwikkelingen bespraken de Equipers gedurende de week met verschillende bestuursleden van de APG/GNR, en in de kantlijn werk ook met andere contactpersonen in Portugal gesproken. Dit waren de belangrijkste onderwerpen:
– Verhoging van het ‘supplement’ voor GNR collega’s, waarover hieronder meer;
– Samenwerking tussen politievakbonden om een steviger vuist te kunnen maken aan de onderhandelingstafel;
– Invloed van politieke ontwikkelingen, meer specifiek de recente parlementsverkiezingen en de (on)stabiliteit van de regering, op de politievakbonden;
– Beperkte doorgroeimogelijkheden binnen de GNR, en het vertrek van waardevolle collega’s naar andere organisaties als gevolg daarvan;
– De (on)mogelijkheden voor het formaliseren van de positie van APG/GNR als syndicat.
Het salaris van politieambtenaren bestaat in Portugal uit een basisloon dat niet ver boven het minimumloon ligt en verschillende toeslagen. Er zijn veel verschillende toeslagen die collega’s ontvangen op basis van wel of niet in de frontlinie werken, wel of niet onregelmatige diensten werken, maar ook afhankelijk van het onderdeel waar ze werken. Zo is er recent een aanvullend maandelijks supplement van ruim 500 euro toegekend aan medewerkers van de Policia Judiciaria (de gerechtelijke politie, oftewel de recherche), terwijl de GNR een “risicosupplement” heeft gekregen van 69 euro. César, voorzitter van de APG/GNR en gastheer van de Equipe delegatie, is zeer betrokken bij onderhandelingen over een hoger supplement. Hij vertelde welke acties hebben plaatsgevonden om de eisen kracht bij te zetten, waaronder twee hele grote manifestaties met 20.000 (Lissabon) en 25.000 (Porto) politiemensen, en welke strategieën hij heeft ingezet bij de onderhandelingen.
Willy, als zeer ervaren onderhandelaar, kon een aantal lessen en invalshoeken inbrengen die zijn geleerd of hebben geholpen bij onderhandelingen in Nederland in vergelijkbare situaties. Er werden ook afspraken gemaakt over het delen van documentatie met mogelijke oplossingen voor de complexiteit van het supplementen systeem. César vertelde dat hij eerdere noties over het aangaan van contacten tussen de formele onderhandelingsmomenten door ter harte heeft genomen. Hij heeft successen geboekt met onderhandelen “tussen de deuren”, zoals dat in Portugal heet. Het laatste gesprek van het dit werkbezoek had de delegatie met de plaatsvervangend ambassadeur. Zij liet zich bijpraten over de informatie die de delegatie had opgedaan, in het bijzonder over de politieke achtergrond waartegen de APG/GNR moet opereren.
De kerngroep is met een tevreden gevoel terug naar Nederland gereisd. De Portugese collega’s maken gebruik van de input die hen voorheen is gegeven, en boeken daar resultaat mee. Twee belangrijke aspecten die hebben bijgedragen aan het succes van de samenwerking zijn het onderlinge vertrouwen dat door de jaren heen is opgebouwd, en de ruime ervaring en daardoor kennis die de Nederlandse delegatie meeneemt. De kerngroep hoopt de samenwerking door te zetten, waarbij het van belang is dat de delegatie blijft bestaan uit Equipers met uitgebreide onderhandelingservaring en met competenties voor het onderhouden van dit internationale samenwerkingsverband.