Onbehagen in de rechtstaat
De Zeeuwse historicus Tobias van Gent zet zijn vraagtekens bij het functioneren van onze rechtsstaat. Hij breidt de trias politica uit met vier machten en stelt dat de huidige wetgeving niet meer toereikend is. Een verslag.
Montesquieu is bekend om zijn scheiding der machten, de trias politica. Onze democratie is daarop gebaseerd. Naast de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht worden tegenwoordig nog meer machten onderscheiden. Van Gent beargumenteert in zijn betoog op de postactievendag dat er nog vier andere machten zijn bijgekomen, te beginnen met de macht van het ambtenarenapparaat. Ambtenaren zijn ondergeschikt aan de politiek maar zijn bijzonder machtig. Verder noemt Van Gent de macht van de media. Je kunt het zelfs hebben over mediacratie waarbij de media min of meer bepaalt wat er gaat gebeuren. De zesde macht is die van de lobbyisten: dat zijn grote bedrijven, adviesbureaus en ideële instellingen. Met de zevende macht worden internationale instanties bedoeld, zoals de EU. (‘Het moet van Brussel’).
Van Gent legt uit dat in de praktijk de scheiding tussen deze machten niet zo strikt is. De Kamer is de wetgevende macht, maar de meeste wetsvoorstellen komen van de regering. Dat heeft alles te maken met de beschikbaarheid van ondersteuning. Zo heeft de VVD voor de vijf kamerleden met de portefeuille justitie slechts twee fractiemedewerkers, waarvan een zich bezighoudt met asiel. Bij een debat bleek de minister echter over een denktank van 25 ambtenaren te beschikken. Van Gent maakt zich dan ook zorgen over de kwaliteit van wetgeving.
Evenmin werkt bevorderend dat Kamerleden soms ook meer bezig zijn met hun eigen positie dan met hun wetgevingstaken. Scoren met moties trekt meer stemmen dan het maken van ingewikkelde wetsontwerpen. Het aantal moties is inmiddels gestegen tot zo’n 5.000 per jaar. Die genereren publiciteit, maar richten zich vooral op de waan van de dag. De motie van wantrouwen lijkt gangbaar te worden, terwijl het van oorsprong een heel zwaar middel was dat niet zomaar ingezet werd. Het lijkt bijna een statussymbool voor ministers en staatssecretarissen: heb je er nog geen tegen je, hoor je er dan nog wel bij?
Politici uiten nogal eens kritiek op de rechterlijke macht. Dit druist in tegen de scheiding der machten. Politici zouden daar terughoudend in moeten zijn.
Daarnaast slaagt de politiek er onvoldoende in om maatschappelijke problemen (klimaat, stikstof, euthanasie) in wetgeving te vatten. Voor de rechtspraak is
de huidige wetgeving echter vaak ontoereikend. Bijvoorbeeld de uitspraak over stikstof en het Nederlandse klimaatbeleid. Daarbij baseerde de rechter zich op het Europees verdrag voor de rechten van de mens, terwijl dat in de jaren 50 werd opgesteld. De artikelen over recht op leven en gezinsleven zijn nooit bedoeld om milieubeleid te toetsen.
Wat ook een rol speelt, zijn de verschillende petten die mensen op kunnen hebben. Een voorbeeld verduidelijkt: na een Kamerdebat werd Van Gent door twee hoogleraren gebeld. Zij hadden een tegengestelde mening over een bepaald wetsvoorstel. Een achtergrondcheck wees uit dat de ene hoogleraar verbonden was aan een consumentenorganisatie en de andere aan een conglomeraat van bedrijven. Ook de wetenschap is dus gekleurd.
Een andere ontwikkeling is de toenemende juridisering van de maatschappij. Zo telde Nederland eind jaren 90 zo’n 8.000 advocaten, dat aantal is nu meer dan verdubbeld naar 18.000. Maar het aantal rechters is niet evenredig mee gestegen. De werkdruk bij de rechtbank is hoog. Binnenkort krijgen komt er ook nog de grondrechtelijke toetsing bij. Hierbij kunnen burgers naar de rechter stappen en zich beroepen op de Grondwet. Van Gent denkt dat dit tot een overbelasting van het systeem gaat leiden. Advocaat Onno de Jong, die meedeed met de paneldiscussies tijdens de postactievendag, is het hier overigens niet mee eens. Duitsland kent een soortgelijke constructie met een constitutioneel hof en daar is geen toename van zaken.
Hoe dan ook, er is veel onbehagen aan en in onze rechtsstaat. Een pasklare oplossing is er helaas niet voor. Om wat er in onze samenleving gebeurt beter te begrijpen, biedt in elk geval de geschiedenis heil. Om met de woorden van Montesquieu te eindigen: het enige perspectief is het historische perspectief.
Van Gent is universitair docent aan de University College Roosevelt in Middelburg. Hij was namens de VVD lid van Provinciale Staten Zeeland en de Tweede Kamer.