Een maand in Brussel

Equipe-lid Jesper van Putten is in Brussel voor zijn werk. Hij stuurde ons medio april een mooi verslag. ‘Ik heb deze eerste maand een behoorlijk steile leercurve doorlopen: hier werken is nog ingewikkelder dan verwacht. Ik ben de eerste weken om de oren geslagen met afkortingen, procedures, een veelvoud aan dossiers, culturele verschillen en…’ Nieuwsgierig naar zijn verhaal? Log in om verder te lezen.

… sensitiviteiten, de verhouding tussen een kabinet en een DG, de verhoudingen met andere kabinetten, met de Raad van Europa, met het Europarlement.

Wat natuurlijk niet hielp was een start in quarantaine, dus online werken. Daarnaast arriveerde ik in een periode van totale hectiek vanwege een paar grote dossiers die deze week door de Commissie zijn aangenomen. Desondanks is het razend interessant. Ik zie dat er echt keihard wordt gewerkt en het niveau is inhoudelijk hoog. Het aantal dossiers waarop geacteerd wordt is indrukwekkend, de diversiteit aan ontmoetingen van een Eurocommissaris die moeten worden voorbereid is gigantisch en het managen van alle (politieke) lijnen op Europees niveau is intens. Bij mijn nieuwe collega’s zie ik een oprechte passie en toewijding om het leven in Europa beter maken, in mijn geval dus specifiek op het terrein van veiligheid en migratie.

Gelukkig mag ik om de twee dagen naar kantoor: die dagen helpen in het leren kennen van de collega’s en hun dossiers. Ons kabinet heeft een Zweedse leiding en dat merk je terug in de sfeer: open en relatief weinig hiërarchisch. Iedereen is behulpzaam, aardig en ik merk dat mijn input ook serieus wordt genomen. Ik heb dan ook al leuke discussies en kennismakingsgesprekken gehad. Ook fijn is dat elke dag start met een CAB-meeting: erg prettig want zo hoor je wat er speelt en kun je aanhaken op interessante afspraken. Wat ook helpt: een sterke Eurocommissaris die ik inspirerend vind: Ylva Johansson durft een mening te uitten in een complex krachtenveld, ook als dit niet een populaire mening van een meerderheid is en stelt zich bovendien intern kwetsbaar op: een grote kracht als je dat kunt.

Van andere NEPT-collega’s heb ik al begrepen dat al deze zaken niet standaard gelden in elk kabinet.

Dat mijn input als nieuwkomer serieus genomen wordt ontdekte ik toen de Eurocommissaris afgelopen woensdag meerdere quotes van mij gebruikte in haar speech, bijvoorbeeld over de impact van georganiseerde criminaliteit in de bovenwereld en hoe je dat terug ziet in het straatbeeld. (voor de liefhebbers, vanaf minuut 12 ongeveerhttps://audiovisual.ec.europa.eu/en/video/I-204082). Dat was natuurlijk erg leuk om terug te horen.

Leerzaam zijn natuurlijk ook de “rookie-mistakes” en het ontdekken van gevoeligheden: bijvoorbeeld het uitgebreid geven van input op een stuk die louter ter info was bedoeld (want al helemaal afgestemd tussen de diverse kabinetten). Maar ook proactief advies geven aan een (in mijn ogen) sympathiek initiatief wat “gewoon” een lobbyclub bleek te zijn. Of ontdekken dat als je meer wilt weten over het Europarlement dat dit geen kwestie is van simpelweg even een afspraak maken met een Europarlementariër (is not done vanuit een kabinet), maar ook dat we vanuit een kabinet óók geen koffiedrinken met collega’s uit ons eigen Directoraat-Generaal (daar zit een strikte hiërarchie). Over dat laatste punt wordt overigens nog wel gesproken om dit alsnog mogelijk te maken, omdat ze bij mijn kabinet ook snappen dat ik daar veel aan zou hebben qua kennis, begrip en netwerk.

Verder heb ik kennis mogen maken met Diederik Samsom, hoofd van het kabinet Timmermans en grappig genoeg is hij tegen exact dezelfde zaken aangelopen als ik toen hij vorig jaar begon.

Er wordt vaak gezegd dat Brussel niet flexibel is. Ja, het is absoluut formeel en vaak volgens protocol, maar ik heb nu ook andere beelden gekregen. Toen de COVID-pandemie uitbrak en iedereen thuis moest werken moesten in de kelder letterlijk de stekkers uit de servers getrokken worden vanwege ondercapaciteit. Maar binnen een week tijd slaagden ze erin iedereen laptops te verstrekken, de IT op orde te maken en de servercapaciteit te regelen. Hoezo niet flexibel? Ook de IT-ondersteuning die ik tot nu toe krijg is uitstekend, veilig en bovendien kan ik gewoon Youtube beelden bekijken in mijn werkomgeving. Als ik een verzoek doe om iets aan te passen (zoals een bordje op mijn deur) dan staat er binnen een mum van tijd iemand dat bordje te wijzigen. Mijn beeld van de ondersteuning is dus erg positief.

Andere ‘kleine’ eigenaardige maar grappige dingen die me opvallen: er is geen chit-chat in de online meetings, bijna altijd zet iedereen de camera uit (tenzij je praat) en na afloop van een meeting is binnen een duizendste van een seconde iedereen weer vertrokken. Dat voelt soms wat onpersoonlijk.

Een onderwerp waar ik veel gesprekken over voer is de communicatie vanuit de EU. Hieraan wordt veel aandacht besteed, ook door ons kabinet. Het is een frustratie dat het maar lastig lukt om de aandacht te krijgen van nationaal georiënteerde media. Soms begrijpelijk: de processen zijn kurkdroog, duren jarenlang en de taal die ermee gepaard gaat is soms ondoorgrondelijk. Toch ondervind ik hier nu zelf dat dit beleid er wel degelijk toe doet. Er wordt veel geld uit gegeven aan hele wezenlijke zaken die EU-burgers in hun dagelijks leven merken, direct dan-wel indirect. En zelfs als het dossier wel degelijk sexy is, zoals een agenda on organised crime, dan nog lukt het bijna niet de media hiervoor te interesseren. Terwijl deze agenda voor Nederland onwijs relevant is: het gaat om hele concrete maatregelen om georganiseerde misdaad aan te pakken, geprioriteerde ontwikkelrichtingen, extra geld voor het optimaliseren van samenwerkingsverbanden en meer aandacht voor zaken waar wij al heel lang om roepen in Nederland, namelijk de inmenging van crimineel geld in de legale bovenwereld. Toch zijn er geen of nauwelijks artikelen over terug te vinden in Nederlandse media na de bekendmaking ervan. Maar bijvoorbeeld wel in Duitse media. Dit vind ik opvallend. Zeker als je je realiseert dat bij de persconferentie van mijn Commissaris er zelfs een vraag werd gesteld door een Centraal-Amerikaanse journalist. Maar dus niet door een Nederlandse journalist, want die waren er niet.

Hetzelfde ging op tijdens een missie van mijn Eurocommissaris naar Griekenland deze maand, waar ze bekendmaakte dat de EU miljoenen euro’s gaat spenderen aan menswaardigere opvangkampen. Gelet op de dynamiek in die regio zou je zeggen dat dit zich leent voor media-aandacht uit Nederland. Niets is minder waar.

Onze communicatieadviseur omschreef het in de volgende metafoor: in zijn beleving is de Commissie is in de loop der jaren een soort hond geworden die erg vaak op zijn neus is getikt als hij zijn hoofd in de lucht stak: het houdt nu dus zijn hoofd bij voorbaat laag en dus wordt niet te overdreven van de daken geschreeuwd wat voor goede dingen er óók voor elkaar gebokst worden. Er is jarenlang een wat negatievere sfeer geweest rondom Europa en dat heeft ertoe geleid dat, ook intern, de successen als vanzelfsprekend worden ervaren (of in nationale media wordt geframed als verdienste van de lidstaat) en de negatieve gebeurtenissen wél media-aandacht genereren (niets nieuws voor ons als politie J). En nee, zeker niet alles gaat goed – zo domineerde deze wel de #sofagate in de media terwijl er in diezelfde week tal van belangrijke zaken zijn gerealiseerd. Het laveren in een structuur zoals wij die in Europa hebben opgetuigd is verre van eenvoudig. De kunst is nu dus om de EC weer bij de burgers te krijgen!

Na een maand begin ik hier nu langzaam wat mensen te leren kennen, de dynamiek te snappen en de gesprekken te begrijpen. Ik heb dan ook zeer veel zin in de komende paar maanden.

De belangrijkste zaken van de afgelopen maand voor de politie:

Agenda on Organised Crime https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_21_1662
New Strategy on Combatting Trafficking of Human beings https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_21_1663
Release of the SOCTA rapport 2021 on organised crime by Europol https://www.europol.europa.eu/activities-services/main-reports/european-union-serious-and-organised-crime-threat-assessment

Groet vanuit Brussel